logoIlo

Wie heeft er jurisdictie? De Oostenrijkse rechter is bevoegd voor het verrichten van diensten op grond van het EU-recht

Auteur: Klaus Oblin

Op 30 juli 2013 oordeelde het Hooggerechtshof(1) dat in beslissingen met internationale bevoegdheid het begrip "diensten" door het gebruik van het EU-recht in zijn geheel zodanig moet worden uitgelegd dat het alle overeenkomsten omvat die betrekking hebben op het behalen van een bepaald feitelijk resultaat in ruil voor betaling. Voor de afbakening met betrekking tot arbeidsovereenkomsten mogen zij geen betrekking hebben op een verbintenis wanneer de uitvoering van de activiteit zelf het voorwerp van de overeenkomst vormt.

Juridisch kader

Artikel 5, lid 1, van de EU-verordening Brussel I (44/2001) moet openlijk worden geïnterpreteerd en vereist alleen afbakening voor overeenkomsten die tot bijzondere aangelegenheden behoren (bv. verzekeringen, consumenten- of arbeidsovereenkomsten). De Europese juridische term voor dienstenovereenkomsten omvat dienstenovereenkomsten, agentuurovereenkomsten, overeenkomsten van handelsagenten en -makelaars, franchise- en distributieovereenkomsten, gemengde overeenkomsten en andere, voor zover zij het essentiële element van een activiteit bevatten.

De plaats van uitvoering, die (volgens artikel 5, lid 1, onder b), van de verordening) de bevoegdheid vaststelt, moet autonoom en aan de hand van feitelijke en niet juridische criteria worden bepaald.

Besluit

De eiser had aangevoerd dat verweerster de verplichting had aanvaard om een distributieorganisatie op te richten en verschillende andere taken uit te voeren. Op basis hiervan heeft de High Court geoordeeld dat de lagere rechters de geldvordering uit hoofde van deze overeenkomst correct hebben gekwalificeerd als een vordering die voortvloeit uit een dienstverleningsovereenkomst in de zin van artikel 5, lid 1, onder b), van de verordening.

De rechtbank stelde dat de plaats van uitvoering de enige aanknopingspunt is voor elke vordering die voortvloeit uit een aankoop- of dienstencontract, en dus ook voor alle secundaire contractuele vorderingen. De bevoegdheid wordt bepaald op basis van de informatie in de klacht, tenzij de rechter al weet dat deze informatie onjuist is. Het is niet relevant dat het onderwerp van de rechtszaak niet de contractuele hoofdverplichting of een vordering tot schadevergoeding was (zoals was geëist in de procedure voor het betalingsbevel), maar de teruggave van het saldo op de rekening-courant die bij de gedaagde was gebleven. Het gerecht voerde aan dat de Europese wetgever de autonome bepaling van de plaats van uitvoering had bedoeld om de bevoegdheid voor alle contractuele geschillen op één plaats te concentreren en één enkele jurisdictie te creëren voor alle rechtszaken die in het kader van dezelfde overeenkomst worden aangespannen.

Commentaar

Het begrip "diensten" moet zodanig worden uitgelegd dat het elke overeenkomst omvat die betrekking heeft op het bereiken van een bepaald resultaat, in tegenstelling tot de loutere uitvoering van een activiteit, zoals in een arbeidsovereenkomst.

Eindnoten

(1) Zaak 8 Ob 67/13f.