Het Hooggerechtshof heeft onlangs een uitspraak gedaan over de vraag waar de schade zich voor het eerst voordoet in verband met productaansprakelijkheidsclaims, zoals uiteengezet in artikel 5, lid 3, van de EU-verordening "Brussel I".(1)

Artikel 5, lid 3, bepaalt dat:

"een persoon met woonplaats in een lidstaat kan in een andere lidstaat worden gedagvaard - met name voor het gerecht waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen - in geval van een onrechtmatige daad of een soortgelijke handeling of indien uit een dergelijke handeling voortvloeiende vorderingen de grondslag voor een procedure vormen".

In de beroepsprocedure heeft de High Court het Europees Hof van Justitie (EHJ) overeenkomstig artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verzocht om een prejudiciële beslissing over de bevoegdheidskwestie.(2)

In zijn besluit van 16 januari 2014(3) het Hof van Justitie heeft verklaard dat de verordening "Brussel I" aldus moet worden uitgelegd dat in gevallen waarin een producent wordt aangeklaagd wegens aansprakelijkheid voor een gebrekkig product, de plaats van het schadebrengende feit de plaats is waar het product in kwestie is geproduceerd.

Eindnoten