Handleiding voor geschillenbeslechting 2017
Auteur: Klaus Oblin
1. 1. Wat is de structuur van het gerechtelijk systeem met betrekking tot civiele procedures?
Op het eerste niveau wordt een civiele procedure ingeleid bij de Bezirksgeri-chte of de Landesgerichte.
De rechtbanken zijn bevoegd voor de meeste geschillen op het gebied van het huurrecht en het familierecht (materiele bevoegdheid) en voor geschillen tot een bedrag van € 15.000 (monetaire bevoegdheid). De rechtbanken van de gewesten zijn bevoegd om een beroep te doen op de feitelijke en juridische aspecten van het geschil. Als het gaat om een juridische kwestie van fundamenteel belang, kan nog een laatste beroep worden ingesteld bij het Hooggerechtshof ('Oberster Gerichtshof'); zie hieronder.
Regionale rechtbanken hebben een monetaire bevoegdheid in zaken waarmee een bedrag van meer dan 15.000 euro gemoeid is en die betrekking hebben op intellectuele eigendom en concurrentiezaken, evenals verschillende specifieke statuten (wet op de openbare aansprakelijkheid, wet op de gegevensbescherming, Oostenrijkse wet op de nucleaire aansprakelijkheid). Het beroep moet worden gericht aan de hogere regionale rechtbanken ("Oberlandesgerichte"). Het derde en laatste beroep gaat naar het Hooggerechtshof.
Tegen een zaak kan in de regel alleen een beroep worden gedaan bij de Hoge Raad als het onderwerp de oplossing van een juridische kwestie van algemeen belang in de weg staat (d.w.z. als de verduidelijking ervan van belang is voor de juridische consistentie, voorspelbaarheid of ontwikkeling), of als er geen sprake is van samenhangende en eerdere beslissingen van de Hoge Raad.
Wat de handelszaken betreft, bestaan er alleen in Wenen speciale handelsrechtbanken ("Handelsgericht und Bezirksgericht für Handelssachen"). Daarnaast treden de hierboven genoemde gewone rechtbanken op als handelsrechtbanken. Commerciële zaken zijn bijvoorbeeld vorderingen tegen zakenlieden of bedrijven in verband met handelstransacties, oneerlijke concurrentie, enz. Andere bijzondere rechtbanken zijn de Arbeidsrechtbanken ('Arbeits- und Sozialgericht'), die bevoegd zijn voor alle civielrechtelijke geschillen tussen werkgevers en werknemers die voortvloeien uit (voormalige) arbeidsverhoudingen, alsmede voor sociale zekerheids- en pensioenzaken. Zowel in handelszaken (voor zover de handelsrechtbanken in panels beslissen) als in arbeidszaken beslissen respectievelijk lekenrechters en beroepsrechters samen. Het Hof van Beroep in Wenen beslist als kartelrechtbank ('Kartellgericht') op procesniveau. Dit is het enige kartelhof in Oostenrijk. De beroepen worden beslist door het Hooggerechtshof dat als het Kartellgericht (Kartellobergericht) zitting heeft. In kartelzaken zitten lekenrechters op de bank met beroepsrechters.
2. 2. Wat is de rol van de rechter in een civiele procedure?
Vergeleken met de landen van het gewoonterecht is de rol van de rechters in Oostenrijk nogal inquisitoriaal. Om de relevante feiten vast te stellen, kunnen de rechters getuigen gelasten op een hoorzitting te verschijnen (tenzij beide partijen zich daartegen verzetten), of naar eigen goeddunken deskundigen aanwijzen.
In sommige procedures zal het tribunaal bestaan uit een panel van "deskundige" lekenrechters, met name in antitrustzaken, en "geïnformeerde" lekenrechters in arbeids- en sociale zaken.
3. 3. Zijn de rechtszittingen opengesteld voor het publiek? 4. Zijn de gerechtelijke documenten toegankelijk voor het publiek?
In de meeste gevallen zijn de rechtszittingen opengesteld voor het publiek. Een partij kan de rechtbank echter vragen om het publiek uit te sluiten van de zitting, op voorwaarde dat zij een gerechtvaardigd belang kan aantonen voor de uitsluiting van het publiek.
In principe is inzage in het dossier alleen toegestaan aan partijen die bij de procedure betrokken zijn. Derden kunnen inzage krijgen in dossiers en/of zich zelfs aansluiten bij de procedure als zij voldoende juridisch belang kunnen aantonen (bij de mogelijke uitkomst van de procedure).
4. 4. Hebben alle advocaten het recht om voor de rechtbank te verschijnen en een procedure te voeren namens hun cliënt? Zo niet, hoe is de advocatuur dan gestructureerd?
Advocaten zijn bevoegd om partijen te vertegenwoordigen in alle gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures (zowel in openbare als in particuliere zaken). Er is geen officiële aanstelling vereist; de beroepsuitoefening is echter afhankelijk van de onderstaande vereisten.
Na het afronden van de rechtenstudie is een minimum van vijf jaar praktijk in professioneel juridisch werk (waarvan ten minste negen maanden voor de rechtbank en drie jaar voor het advocatenkantoor als kandidaat) vereist, evenals het afronden van verplichte cursussen voorgeschreven door de Orde van Advocaten en het afleggen van een succesvol advocaatexamen.
5. 5. Wat zijn de verjaringstermijnen voor het instellen van civiele vorderingen?
De verjaringstermijnen worden bepaald door het materiële recht.
Vorderingen zijn niet meer afdwingbaar als ze eenmaal verjaard zijn. De verjaringstermijn gaat doorgaans in wanneer een recht voor het eerst had kunnen worden uitgeoefend. In het Oostenrijkse recht wordt een onderscheid gemaakt tussen een lange en een korte verjaringstermijn. De lange verjaringstermijn is van toepassing wanneer bijzondere bepalingen niet anders bepalen. De korte verjaringstermijn is drie jaar en geldt bijvoorbeeld voor vorderingen of schadeclaims.
Het verjaringsstatuut moet door een van de partijen ex libertijns worden beargumenteerd; het kan echter niet op initiatief van de rechter ("ambtshalve") in aanmerking worden genomen.
6. 6. Bestaan er pre-actieprocedures waaraan de partijen zich moeten houden alvorens een procedure in te leiden?
Nee, die zijn er niet. Maar een eiser zal zijn tegenstander in kennis stellen alvorens een procedure in te leiden.
7. 7. Wat is de typische burgerlijke procedure en het tijdschema voor de stappen die nodig zijn om de zaak voor de rechter te brengen?
De procedure wordt ingeleid door het indienen van een rechtszaak ("Klage") bij de rechtbank. De rechtszaak wordt geacht officieel te zijn ingediend na ontvangst. Indien de potentiële gedaagde niet binnen vier weken reageert, wordt een executoriale titel toegekend aan de eiser, die kan overgaan tot de tenuitvoerleggingsfase. Indien de gedaagde reageert, volgt uiteraard een reguliere rechtszaak. Meestal vindt de eerste zitting plaats binnen 6-10 weken na ontvangst van het verweerschrift. Op dergelijke eerste hoorzittingen worden de partijen uitgenodigd om de mogelijkheden voor een schikking te bespreken. Indien de partijen niet tot een schikking komen, wordt de procedure voortgezet. Er worden extra memoranda uitgewisseld. Er volgen nog meer hoorzittingen, waarvan de duur afhangt van het aantal te verhoren getuigen/deskundigen. De tijd tussen de indiening van een rechtszaak en de definitieve uitspraak ligt gewoonlijk tussen 10 en 16 maanden.
8. 8. Zijn partijen verplicht om relevante documenten aan andere partijen en aan de rechtbank bekend te maken?
Indien een partij kan aantonen dat de wederpartij in het bezit is van een bepaald document, kan de rechter een bevel tot indiening van een document uitvaardigen: (a) de partij die in het bezit is van het document in kwestie uitdrukkelijk heeft verwezen naar het document in kwestie als bewijs voor haar eigen beweringen; of (b) de partij die in het bezit is van het document wettelijk verplicht is het aan de andere partij te overhandigen; of (c) het document in kwestie is opgesteld in het juridisch belang van beide partijen, een wederzijdse rechtsbetrekking tussen hen bevestigt, of schriftelijke verklaringen bevat die tussen hen zijn afgelegd tijdens onderhandelingen over een rechtshandeling.
Er bestaan geen regels voor openbaarmaking voorafgaand aan de actie.
9. 9. Zijn er regels met betrekking tot geprivilegieerde documenten of andere regels die partijen toestaan bepaalde documenten niet openbaar te maken?
Een partij is niet verplicht documenten over te leggen die betrekking hebben op het gezinsleven indien de tegenpartij haar ereverplichtingen schendt door de afgifte van documenten, indien de openbaarmaking van documenten leidt tot schande voor de partij of een andere persoon of het risico van strafrechtelijke vervolging inhoudt, of indien de openbaarmaking in strijd is met een door de staat goedgekeurde geheimhoudingsplicht van de partij waarvan zij niet wordt vrijgelaten of inbreuk maakt op een zakengeheim (of om een andere soortgelijke reden als hierboven genoemd). Advocaten hebben het recht om te weigeren een mondelinge getuigenis af te leggen indien zij in hun professionele hoedanigheid over informatie beschikken.
10. 10. Wisselen partijen voorafgaand aan het proces schriftelijk bewijs uit of wordt er mondeling bewijs geleverd? Hebben tegenstanders het recht om een getuige te ondervragen?
Het bewijs wordt in de loop van het proces geleverd, niet eerder. De partijen zijn verplicht het bewijs te leveren ter ondersteuning van hun respectieve beweringen of wanneer de bewijslast op hen rust. Ja. Na het eerste verhoor door de rechter kan de getuige worden onderworpen aan een rechtstreeks verhoor, gevolgd door een kruisverhoor door de tegenstander.
11. 11. Wat zijn de regels voor de aanstelling van deskundigen? Is er een gedragscode voor deskundigen?
Elke gekwalificeerde persoon kan in het openbaar als deskundige worden aangewezen. In de praktijk kiezen de rechtbanken een deskundige die bij het Oostenrijkse ministerie van Justitie is geaccrediteerd. De partijen kunnen een specifieke deskundige voordragen, maar de rechter is daar niet aan gebonden. Eenmaal benoemd is de deskundige verplicht de instructies van de rechtbank op te volgen. Ex-perts kunnen op dezelfde gronden als rechters worden gediskwalificeerd.
Er is geen speciale gedragscode voor deskundigen, maar alle deskundigen moeten een eed afleggen.
Het register van alle geaccrediteerde deskundigen is beschikbaar op de website van het Oostenrijkse ministerie van Justitie op www.sdgliste.justiz.gv.at.
12. 12. Welke voorlopige maatregelen zijn beschikbaar vóór het proces?
In het Oostenrijkse burgerlijk procesrecht bestaat geen ontdekkingsrechtspraak.
De partijen kunnen zich echter zowel voor als na het indienen van een eis tot vrijwaring van het bewijsmateriaal tot de rechtbank wenden. Het vereiste wettelijke belang wordt geacht te zijn vastgesteld indien de toekomstige beschikbaarheid van het bewijsmateriaal onzeker is of indien het noodzakelijk is de huidige status van een voorwerp te onderzoeken.
Tussentijdse verlichting door middel van dwangbevelen wordt verleend door middel van verschillende maatregelen, zoals het bevriezen van bankrekeningen of de inbeslagname van activa, met inbegrip van percelen. Daarnaast kan aan derden worden bevolen om vorderingen op rekeningen niet te betalen.
13. 13. Wat moet een aanvrager vaststellen om dergelijke tussentijdse verzoeken te doen slagen?
Zie vraag 12.
14. 14. Welke middelen zijn beschikbaar tijdens het proces?
Het Oostenrijkse wetboek van burgerlijke rechtsvordering ("ACCP") voorziet in verschillende rechtsmiddelen die tijdens de procedure beschikbaar zijn. Deze zijn beschikbaar tegen alle rechterlijke uitspraken die in de loop van de procedure zijn gedaan en vormen geen definitieve beslissing of enige andere vorm van beslissing ten gronde. Veel van deze rechtsmiddelen moeten binnen 14 dagen na de uitspraak worden ingediend, sommige onmiddellijk tijdens de hoorzitting.
Zie vraag 17 voor de beroepsmogelijkheden tegen rechterlijke uitspraken en andere beslissingen ten gronde.
14. 14. Welke middelen zijn beschikbaar tijdens het proces?
Het Oostenrijkse wetboek van burgerlijke rechtsvordering ("ACCP") voorziet in verschillende rechtsmiddelen die tijdens de procedure beschikbaar zijn. Deze zijn beschikbaar tegen alle rechterlijke uitspraken die in de loop van de procedure zijn gedaan en vormen geen definitieve beslissing of enige andere vorm van beslissing ten gronde. Veel van deze rechtsmiddelen moeten binnen 14 dagen na de uitspraak worden ingediend, sommige onmiddellijk tijdens de hoorzitting.
Zie vraag 17 voor de beroepsmogelijkheden tegen rechterlijke uitspraken en andere beslissingen ten gronde.
15. 15. Wat zijn de belangrijkste methoden voor de tenuitvoerlegging van het vonnis?
Indien de verweerder niet voldoet aan de door het vonnis toegekende vorderingen, kan de eiser een gedwongen tenuitvoerlegging verkrijgen.
Beslissingen zijn uitvoerbaar zodra ze definitief en bindend zijn geworden (bijvoorbeeld als er binnen de betreffende termijn geen beroep is ingesteld).
Het Europees Verdrag ("Verdrag van Brussel") en het Verdrag van Lugano zijn de meest relevante multilaterale verdragen inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen. Daarnaast bestaan er een aantal bilaterale verdragen.
Voor de tenuitvoerlegging van een nationale rechterlijke beslissing is een rechterlijke beslissing nodig die de tenuitvoerlegging rechtvaardigt en die zal worden verleend als aan de algemene vereisten (ontvankelijkheid van de procedure, bevoegdheid om partij te zijn of een procedure in te leiden, enz.
Om uitvoerbaar te zijn, moeten buitenlandse vonnissen een formele verklaring van uitvoerbaarheid vereisen, die moet worden verleend indien de titel uitvoerbaar is volgens de bepalingen van de wet van afgifte en indien de wederkerigheid is gewaarborgd in staatsverdragen of door middel van een verordening. De districtsrechtbanken zijn bevoegd om ex parte te beslissen. Hoe dan ook, de beslissing is vatbaar voor beroep.
Wat de besluiten van de Europese Unie betreft, verloopt de erkenning automatisch volgens de bovengenoemde verdragen.
16. 16. Krijgen succesvolle partijen over het algemeen hun kosten toegewezen? 17. Hoe worden de kosten berekend?
In zijn eindoordeel zal de rechter bepalen wie de proceskosten zal moeten dragen (met inbegrip van gerechtskosten, gerechtskosten en bepaalde andere kosten van de partijen, zoals kosten voor de bescherming van bewijsmateriaal, reiskosten, enz.) De beslissing van de rechtbank over de kosten kan worden herzien, al dan niet met een beroep op de beslissing van de rechtbank ten gronde.
In principe heeft de winnende partij recht op vergoeding door de verliezende partij van alle kosten van de procedure. Indien een van de partijen met een deel van haar vorderingen in het gelijk wordt gesteld, zal een van de partijen haar eigen kosten dragen of zullen de kosten naar rato worden verdeeld. De berekening van de te vergoeden juridische kosten is onderworpen aan de berekeningsmethode van de Oostenrijkse Wet op de procureurstarieven, ongeacht de overeenkomst tussen de winnende partij en haar advocaat. Het te vergoeden bedrag kan dus lager zijn dan het werkelijk verschuldigde juridische honorarium, aangezien elke vordering tot vergoeding van de kosten beperkt is tot de noodzakelijke kosten.
Buitenlandse eisers moeten op verzoek van de verweerder in beginsel een zekerheid stellen om de kosten van de verweerder te dekken. Dit geldt echter niet voor bijvoorbeeld burgers van een lidstaat van de Europese Unie en/of het Verdrag van Lugano.
17. 17. Wat zijn de beroepsmogelijkheden voor een definitieve uitspraak? Op welke gronden kan een partij in beroep gaan?
Er zijn verschillende soorten rechtsmiddelen tegen definitieve rechterlijke beslissingen.
Tegen de beslissingen van de rechtbank van eerste aanleg kan in eerste instantie beroep worden aangetekend op grond van een procedurefout of een onjuiste rechtsopvatting.
In tweede instantie kan een beroep worden gedaan indien het onderwerp de oplossing van een juridische kwestie van algemeen belang betreft (d.w.z. indien de verduidelijking ervan van belang is met het oog op de juridische samenhang, voorspelbaarheid of ontwikkeling), of bij gebrek aan coherente en eerdere uitspraken van de Hoge Raad (zie vraag 1).
Acties om de procedure te heropenen kunnen worden gebaseerd op de volgende gronden:
- het vonnis is gebaseerd op een document dat in eerste instantie of later is vervalst;
- het oordeel is gebaseerd op een valse getuigenis (van een getuige, een deskundige of een partij onder ede);
- het vonnis wordt verkregen door de vertegenwoordiger van een van beide partijen, of door de andere partij, door middel van criminele handelingen (bijvoorbeeld bedrog, verduistering, fraude, vervalsing van een document of van speciaal beschermde documenten, of van tekenen van officiële attesten, indirecte valse certifiëring of authenticatie of het onderdrukken van documenten);
- het vonnis is gebaseerd op een strafrechtelijk vonnis dat vervolgens door een ander juridisch bindend vonnis is vernietigd;
- het arrest is gewezen zonder rekening te houden met een prejudiciële beslissing met prejudicieel belang.
18. 18. Zijn contingency- of conditional fee-regelingen tussen advocaten en cliënten toegestaan?
Ja; ze zijn echter alleen toegestaan als ze niet worden berekend als een percentage van het door de rechtbank toegekende bedrag ("pactum de quota litis").
19. 19. Is financiering door derden toegestaan? 20. Mogen financiers delen in de toegekende opbrengsten?
Financiering door derden is toegestaan en meestal beschikbaar voor hogere bedragen in geval van een geschil; toch is het flexibeler met betrekking tot honoreringsovereenkomsten. Merk op dat ereloonafspraken die een deel van de opbrengst aan de advocaat geven, verboden zijn.
20. 20. Kunnen partijen een verzekering krijgen om hun juridische kosten te dekken?
Ja. De meeste verzekeringen dekken noodzakelijke betalingen, d.w.z. advocatenkosten, gerechtskosten, kosten in verband met getuigenissen en deskundigen, en de terugbetalingsverplichting in het geval dat deze niet van toepassing is.
21. 21. Kunnen de procespartijen een collectieve rechtszaak aanspannen? Zo ja, welke regels zijn van toepassing op groepsacties?
Hoewel het ACCP geen pro-visie bevat op groepsacties, heeft het Oostenrijkse Hooggerechtshof geoordeeld dat een "groepsacties met een specifiek Oostenrijks karakter" juridisch toelaatbaar is. Het ACCP staat een consolidatie toe van vorderingen van dezelfde eiser tegen dezelfde verweerder. Een voeging kan worden ingediend indien: a) het gerecht bevoegd is voor alle vorderingen; b) dezelfde soort procedure van toepassing is; en c) het onderwerp van de vordering van dezelfde aard is wat de feiten en het recht betreft. Een andere mogelijkheid is het organiseren van massavorderingen en deze toewijzen aan een instelling die dan als één enkele eiser te werk gaat.
22. 22. Wat zijn de procedures voor de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen?
Zie vraag 15.
23. 23. Wat zijn de belangrijkste vormen van alternatieve geschillenbeslechting?
De belangrijkste buitengerechtelijke methoden waarin de wet voorziet, zijn arbitrage, bemiddeling (voornamelijk in familierechtelijke zaken) en verzoeningsraden in huisvestings- of telecommunicatiezaken.
Bovendien voorzien verschillende beroepsorganisaties (zoals die voor advocaten, notarissen, artsen, burgerlijk ingenieurs) in geschillenbeslechtingsmechanismen met betrekking tot geschillen tussen hun leden of tussen leden en cliënten.
24. 24. Wat zijn de belangrijkste organisaties voor alternatieve geschillenbeslechting in uw rechtsgebied?
Het Weense Internationale Arbitragecentrum van de Oostenrijkse Federale Economische Kamer ("VIAC") is de meest relevante (internationale com-merciale) arbitrage-instelling van Oostenrijk. Het kader voor het voeren van een arbitrageprocedure wordt "Arbitrage- en verzoeningsreglement van de VIAC" ("Weense Regels") genoemd.
Bepaalde beroepsorganisaties en -kamers stellen hun eigen regels vast of voeren procedures voor geschillenbeslechting in geval van wijziging van de moedertaal, of beide.
25. 25. Moeten procespartijen in de loop van een rechtszaak een alternatieve geschillenbeslechting proberen?
Het ACCP voorziet noch in verplichte set-tlements, noch in bindende bemiddeling of arbitrage. Toch is het niet ongewoon dat rechters - aan het begin van een proces - partijen informeel aansporen om de mogelijkheden voor een schikking te onderzoeken of zich eerst tot bemiddelaars te wenden.
26. 26. Zijn er voorstellen voor hervorming van de wet- en regelgeving inzake geschillenbeslechting in behandeling?
De VIAC streeft naar modernisering en stroomlijning van de regels, die voor het eerst in 1975 zijn uitgevaardigd. In dat kader zijn de regels pas in 2013 herzien, waarbij verschillende bepalingen zijn vereenvoudigd en toegevoegd.
De belangrijkste wijzigingen in de regels kunnen als volgt worden samengevat:
Samenvoeging van derden
Het scheidsgerecht is bevoegd om op verzoek van een der partijen of van de derde zelf de voeging van derden te gelasten. Het scheidsgerecht heeft een ruime discretionaire bevoegdheid, mits alle partijen (ook de toetredende) zijn gehoord. Een kruisvordering tegen de toegetreden partij is toegestaan, hetgeen ook leidt tot het recht van die partij om deel te nemen aan de vorming van het scheidsgerecht.
Consolidatie van de procedures
De consolidatie van twee of meer procedures is mogelijk. De beslissing over de samenvoeging wordt genomen door de raad van bestuur van de VIAC (na de partijen en de leden van de rechtbank te hebben gehoord).
Bevestiging van arbiters
Alle arbiters moeten worden bevestigd door de secretaris-generaal van de VIAC.
Meervoudige partijen
Indien de ene partij (groep) er niet in slaagt overeenstemming te bereiken over een kandidaat die als arbiter moet worden bevestigd, zal de mislukking niet automatisch de voordracht van de andere partij ongeldig maken.
Remissie
De nieuwe regels hebben ook betrekking op gevallen waarin een rechtbank een procedure verwijst naar een arbitrale tribu-nal, waarmee al wordt vooruitgelopen op de verwachte wijziging van de Oostenrijkse arbitragewet, die voorziet in een procedure tot nietigverklaring die rechtstreeks bij het Hooggerechtshof moet worden ingesteld.
Versnelde procedure
De herziene regels bevatten ook specifieke regels voor snelle tests. Deze moeten expliciet worden overeengekomen (opt-in). De uiteindelijke gunning moet binnen zes maanden worden geretourneerd (tenzij verlengd).
27. 27. Zijn er kenmerken met betrekking tot geschillenbeslechting in uw rechtsgebied of in Azië die u wilt benadrukken?
Nee.