EU-richtlijnen, wetswijzigingen en wijzigingen van de regels voor de registratie van uiteindelijke begunstigde eigenaars in Oostenrijk
Auteur: Sharon Schmidt
De toenemende afname van de Oostenrijkse procesvoering kan grotendeels worden toegeschreven aan de voortdurende populariteit van ADR-methoden, die een wereldwijde afdwingbaarheid bij grensoverschrijdende geschillen mogelijk maken. Toch is Oostenrijk, in tegenstelling tot deze trends, ook getuige geweest van een sterke toename van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de openbare en particuliere handhaving.
In een poging om de recente EU-richtlijnen ten uitvoer te leggen, is Oostenrijk onderworpen aan een aantal wetswijzigingen en aanpassingen. Bijzonder opmerkelijk zijn de wijzigingen die zijn aangebracht in het Oostenrijkse mededingingsrecht, gebaseerd op EU-Richtlijn 2014/104, zoals vastgelegd in de Oostenrijkse kartelwet ("KartG"). De nieuwe regels bevatten bepalingen over de indiening van schadeclaims met betrekking tot inbreuken op de antitrustwetgeving en zijn bedoeld om meer zekerheid te scheppen over de handhaving ervan. Deze ontwikkeling is aangevuld met de tenuitvoerlegging van de EU-richtlijn 2016/943 en de daaruit voortvloeiende wijzigingen van de federale wet tegen oneerlijke concurrentie (UWG), waarbij de bescherming van geheime bedrijfsinformatie en het voorkomen van bedrijfsspionage centraal staan.
Onlangs nog was het de tenuitvoerlegging van EU-richtlijn 2018/843 tot wijziging van de lokale wet inzake het uiteindelijke begunstigde eigendomsregister, die bijzondere aandacht heeft gekregen bij de laatste toevoeging aan wat een ingewikkelde en zeer geavanceerde nalevingsregeling is geworden. Sinds deze wijzigingen op 10 januari 2020 van kracht zijn geworden (verdere herzieningen met ingang van november 2020 en maart 2021), hebben zij tot een aantal van de hieronder genoemde wijzigingen geleid.
I. Publieke toegang
- De toegang is traditioneel voorbehouden aan een beperkte groep personen (bv. notarissen, schuldeisers, advocaten-rechters) en die een rechtmatig belang hebben bij het verkrijgen van informatie uit het register.
- Vanaf nu is anyoneseeking accessis gegarandeerd voor het verkrijgen van informatie over de uiteindelijke begunstigde van een rechtspersoon.
II.Notificatie-eisen
- Jaarlijkse beoordelingen om na te gaan of de ingevoerde gegevens zowel volledig als correct zijn, werden vroeger voldoende geacht. Wijzigingen moesten worden gedocumenteerd en moeten worden aangemeld. Als er geen wijzigingen in het register zijn aangebracht, zijn er geen verdere maatregelen nodig.
- Momenteel moeten de nodige wijzigingen binnen vier weken na de afronding van het jaarlijkse onderzoek worden geregistreerd. Indien dergelijke wijzigingen uitblijven, moet een uitdrukkelijke kennisgeving worden gedaan waarin de geldigheid van de geregistreerde gegevens wordt bevestigd.
III.Trusts
- Transacties waarbij het gebruik van trusts centraal staat, vielen voorheen onder de Oostenrijkse WiEReG, ervan uitgaande dat er een directe relatie bestaat tussen hun administratie en het forum (potentiële indicatoren zijn onder meer de vaste verblijfplaats of de wettelijke zetel van de trustee).
- Registratie is vereist ongeacht de plaats waar de administratie zich bevindt (Oostenrijk of een andere EU-lidstaat), mits de trustee een zakelijke relatie is aangegaan met of een intransactie heeft verricht met betrekking tot de aankoop van in Oostenrijk gelegen onroerend goed.
IV.Sancties
- Onjuiste/onvolledige kennisgevingen, het niet voldoen aan de kennisgevingsverplichtingen (na twee verzoeken) of het niet registreren van relevante wijzigingen binnen een termijn van vier weken zijn in geldelijke zin bestraft (200.000 euro (opzet); 100.000 euro (grove nalatigheid)).
- De gronden voor het opleggen van sancties blijven ongewijzigd, maar zijn uitgebreid. Het niet bewaren van documenten of andere informatie die nodig is om aan de bovengenoemde verplichtingen te voldoen, maakt het mogelijk om boetes op te leggen (EUR 75.000 (opzet), EUR 25.000 (grove nalatigheid)). Indien een partij zich bewust wordt van het feit dat informatie onvolledig of onjuist is, moet een elektronische notitie worden ingevoerd, tenzij er binnen een redelijke termijn herzieningen worden aangeboden. Sancties kunnen nu worden opgelegd binnen zes weken in plaats van drie maanden.
V.Nalevingspakket
- Vanaf november treedt een nieuw dataplatform in werking met als doel de relevante documentatie rond de verificatie van de uiteindelijke economische eigendom te centraliseren. De term "Compliance Package" wordt gebruikt om de werking van het register te vergemakkelijken door het opslaan van eerder geüploade nota's, verslagen en bevestigingen die door de rapporterende entiteiten worden geleverd.
Slotopmerkingen
Het streven van Oostenrijk naar de invoering van een minimumnorm voor de toegang van het publiek tot de economische eigendom is versterkt en bevorderd door de recente wijzigingen van het UBO-register die met ingang van dit jaar van kracht zijn geworden. Als uitgebreid platform dat informatie over de economische eigendom centraliseert, dient het als een essentieel instrument voor het voorkomen van het witwassen van geld, belastingontduiking en de financiering van terrorisme. Naast de vaak over het hoofd geziene, maar cruciale rol van de totstandbrenging van het vertrouwen van de burgers, stelt deze herziene en gestroomlijnde aanpak bedrijven ook in staat de kosten te verlagen en de complexiteit van hun due diligence- en risicobeheer tot een minimum te beperken. Door de toegankelijkheid te vergemakkelijken en de transparantie te vergroten, hebben de recente aanpassingen van de Oostenrijkse wettelijke bepalingen inzake UBO-registers het potentieel om de marktstabiliteit te verstevigen en het vertrouwen van de investeerders en de doeltreffendheid van de kapitaalallocatie te vergroten.
De centrale locatie voor de registratie van zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, samen met de nieuw geïmplementeerde procedurele wijzigingen, vormen cruciale instrumenten in de praktijk van de procespartijen, zowel met betrekking tot hun vermogen om vermogensbestanddelen op te sporen als met betrekking tot hun handhavingsbevoegdheden. Nu zij toegang hebben tot aanzienlijk meer informatie, zullen zij beter in staat zijn om complexe criminaliteit en corruptie te bestrijden op een manier die niet alleen reactief is, maar ook doeltreffender en doelmatiger.