De Weense regels 2021 zijn op 1 juli 2021 in werking getreden en zijn van toepassing op alle procedures die na 30 juni 2021 worden ingeleid. Aanleiding voor de herziening van de Weense regels was de opstelling van de Weense regels voor investeringsarbitrage (VRI) door het Internationaal Arbitraal Centrum van Wenen (VIAC),¹ die in deel één van deze reeks zijn behandeld. De Weense regels 2021 wijken niet wezenlijk af van hun voorganger, de Weense regels 2018. Het doel van de herziening was veeleer om "de bestaande regels voor handelsgeschillen aan te passen aan nieuwe behoeften en ontwikkelingen op de markt".² Bovendien bevatten de Weense regels nu in bijlage 6 specifieke regels betreffende erfrechtelijke geschillen.

Opmerkelijke wijzigingen in de Weense regels 2021

Herzieningen die de Weense regels voor investeringsarbitrage weerspiegelen

• Artikel 1, lid 1, van de Weense regels 2021 geeft nu de bevoegdheid van de VIAC weer om investeringsgeschillen te beslechten.
• In artikel 13 bis is een kader voor de regeling van financiering door derden opgenomen. Net als onder de VRI moet een partij "het bestaan van een financiering door derden en de identiteit van de derde-financier bekendmaken in haar memorie van eis of in haar antwoord op de memorie van eis, dan wel onmiddellijk bij het sluiten van een regeling voor financiering door derden". Financiering door derden wordt gedefinieerd in artikel 6, lid 1.9. In tegenstelling tot de VRI verleent artikel 13 bis van de Weense Regels 2021 het scheidsgerecht niet uitdrukkelijk de bevoegdheid om de verdere openbaarmaking van specifieke details van de derde-financieringsregeling te gelasten, hoewel dergelijke bevoegdheden aan artikel 28, lid 1, kunnen worden ontleend.
• De bijlagen 4 en 5 bevatten specifieke regels voor procedures waarin de VIAC optreedt als tot aanstelling bevoegd gezag, respectievelijk als tot beheer bevoegd gezag, in het kader van ad-hocprocedures.

Procedurele doelmatigheid

De Weense regels 2021 weerspiegelen het streven van de VIAC om de doeltreffendheid van de procedures en derhalve de tijd en de kosten van de door haar beheerde arbitrages te verhogen. Deze inspanningen komen grotendeels overeen met die in de VRI.

• Artikel 32, lid 2, verkort de termijn waarbinnen het scheidsgerecht uitspraak moet doen van zes tot drie maanden na de laatste hoorzitting betreffende zaken waarover in een uitspraak moet worden beslist of na de indiening van de laatste gemachtigde stukken betreffende dergelijke zaken. De Secretaris-Generaal kan deze termijn verlengen ingevolge een met redenen omkleed verzoek van het scheidsgerecht of op eigen initiatief.
• Er wordt nu uitdrukkelijk voorzien in de mogelijkheid van hoorzittingen op afstand, met artikel 30, lid 1, dat bepaalt dat "het scheidsgerecht kan besluiten een mondelinge behandeling in persoon of op een andere wijze te houden" (bv. via videoconferentie). Dit is in overeenstemming met de recente jurisprudentie van het Oostenrijkse Hooggerechtshof.³
• Talrijke andere bepalingen maken elektronische communicatie mogelijk en vergemakkelijken deze. Met name kan de beslissing langs elektronische weg worden meegedeeld indien toezending van de papieren versie binnen een redelijke termijn niet mogelijk of haalbaar is, of indien de partijen dit overeenkomen (art. 36, lid 5). Deze wijzigingen volgen op de lancering van het VIAC-platform voor het onlinebeheer van zaken, het VIAC-portaal, in maart 2021.⁴
• Het scheidsgerecht heeft het recht om de inspanningen van de partijen om tot een vergelijk te komen in elk stadium van de procedure te vergemakkelijken (art. 28, lid 3).

Kosten

• Volgens artikel 38, lid 3, kan het scheidsgerecht op verzoek van een partij overeenkomstig artikel 44, leden 1.2 en 1.3, een beslissing ten aanzien van de proceskosten nemen en de betaling daarvan in elke stand van het geding gelasten.
• De Secretaris-Generaal kan nu afzonderlijke voorschotten op de kosten vaststellen voor vorderingen, tegenvorderingen, bij wijze van verrekening ingestelde vorderingen en verzoeken om voeging (art. 42). Artikel 42, lid 11, bepaalt echter dat het scheidsgerecht "alleen de vorderingen of tegenvorderingen [behandelt] waarvoor het voorschot op de kosten volledig is betaald". De procedure kan worden geschorst door het scheidsgerecht of beëindigd door de Secretaris-Generaal met betrekking tot de vorderingen of tegenvorderingen waarvoor het voorschot op de kosten niet is betaald.⁵
• De administratiekosten en het honorarium van de scheidsrechters van de VIAC zijn verhoogd voor geschillen van meer dan respectievelijk EUR 100.000 en EUR 200.000 (tarieflijst, bijlage 3).

Geschillen over erfenissen

Bijlage 6 bij de Weense Regels 2021 bevat regels betreffende erfrechtelijke geschillen. Zij zijn van toepassing "indien de partijen de toepassing ervan zijn overeengekomen, of indien de erflater in de toepassing ervan heeft voorzien in een uiterste wilsbeschikking, daaronder begrepen een erfovereenkomst, of in een andere rechtshandeling die niet op een overeenkomst tussen de partijen berust".⁶ De regels in bijlage 6 zijn aanvullend.

Commentaar

De Weense regels 2021 beloven de efficiëntie van de procedures te verhogen en tegelijkertijd de flexibiliteit te behouden en de integriteit van de procedures te beschermen. De nieuw ingevoerde termijn van drie maanden waarbinnen de rechtbanken uitspraak moeten doen, is een kenmerk van de VIAC-arbitrages in handelszaken dat waarschijnlijk bijzonder aantrekkelijk zal zijn voor partijen in de regio en daarbuiten die een snelle beslechting van hun geschillen wensen. De wijzigingen brengen de Weense regels verder in overeenstemming met de technologische innovaties. In combinatie met het nieuwe juridische kader met betrekking tot investeringsarbitrages lijkt de VIAC zich gunstig te hebben gepositioneerd voor de toekomst.

Voetnoten

1 Voor meer, zie: Johanna Kathan-Spath en Alice Fremuth-Wolf, 'VIAC Rules Revision 2021 Part I: Revised Vienna Rules Enter into Force on 1 July 2021 (Kluwer Arbitrage Blog, 1 juli 2021) http://arbitrationblog.kluwerarbitration.com/2021/07/01/viac-rules-revision-2021-part-i-revised-vienna-rules-enter-into-force-on-1-july-2021/.

2 https://www.viac.eu/en/arbitration/rules-for-arbitration-and-mediation.

3 OGH Docket No. 18 ONc 3/20s.

4 Voor meer, zie: https://www.viac.eu/en/viac-portal.

5 Zie ook Kathan-Spath en Fremuth-Wolf (supra noot i); Lucia Raimanova en Peter Plachy, "Internationaal Arbitraal Centrum Wenen lanceert nieuwe regels voor arbitrage en bemiddeling inzake investeringen" (Allen & Overy, 6 juli 2021) https://www.allenovery.com/en-gb/global/news-and-insights/publications/vienna-international-arbitral-centre-launches-new-investment-arbitration-and-mediation-rules.

6 Weens reglement 2021, bijlage 6.

De inhoud van dit artikel is bedoeld als een algemene leidraad voor het onderwerp. Er dient gespecialiseerd advies te worden ingewonnen over uw specifieke omstandigheden.