Oostenrijk: Aanpak van tijd- en kostenoverwegingen in internationale arbitrage via de procedure voor vroege vaststelling
Auteur: Harshal Morwale
Inleiding
Hoewel arbitrage lange tijd als een van de meest efficiënte manieren van commerciële geschillenbeslechting werd beschouwd, is arbitrage vaak ook duurder dan andere ADR-procedures. Niettemin blijft arbitrage, als een van de meest flexibele en aanpasbare mechanismen voor geschillenbeslechting, vaak de voorkeurskeuze voor entiteiten en individuen die besluiten af te zien van traditionele gerechtelijke praktijken om juridische vorderingen te beslechten.
In het belang van de flexibiliteit hebben summiere procedures, ook bekend als de vroege vaststellingsprocedure ("EDP"), veel toepassing gevonden in handelsarbitrage, en hebben zij hernieuwde aandacht gekregen sinds zij zijn opgenomen in de nieuwe LCIA Rules 2020.1 In het licht van deze nieuwe ontwikkelingen zal in deze bijdrage de geschiedenis, de motivering en de relevantie van EDP in internationale arbitrage worden belicht.
Oorsprong en evolutie van EDP in internationale arbitrage
De summiere procedure of procedure in kort geding vindt haar oorsprong in de common law rechtsstelsels, waarbij een beslissing wordt gegeven over een vordering of verweer waarover geen werkelijke feitelijke vragen bestaan en ten aanzien waarvan de verzoeker het recht heeft om rechtens te zegevieren.2 Met andere woorden, indien een vordering of een verweer zonder voorwerp is, kan de rechter deze zonder volledig proces in kort geding afwijzen.
In 2006 werd het Internationaal Centrum voor de beslechting van investeringsgeschillen (ICSID) de eerste instelling die EDP invoerde via ICSID Rule 41(5). Met deze bepaling werd gestreefd naar een evenwicht tussen enerzijds tijdsbesparing en anderzijds behoud van het recht van de eiser op een eerlijk proces.
De tweede arbitrage-instelling en de eerste commerciële arbitrage-instelling die de EDP heeft aangenomen, was het Internationaal Arbitragecentrum van Singapore (SIAC). Krachtens Regel 293 van de SIAC Rules 2016 kan een partij, uiterlijk 30 dagen na de samenstelling van het scheidsgerecht, bij het scheidsgerecht een verzoek indienen voor het vervroegd afwijzen van een zaak die:
a) kennelijk rechtens ongegrond is, of
b) duidelijk buiten de bevoegdheid van het gerecht valt.
Zodra een verzoek uit hoofde van Regel 29 is ingediend, moet het scheidsgerecht de partijen in de gelegenheid stellen te worden gehoord en binnen 60 dagen na het verzoek een met redenen omklede beschikking of uitspraak geven.
De volgende instelling die de EDP heeft aangenomen was de Kamer van Koophandel van Stockholm (SCC) in de versie van 2017 van haar reglement. Krachtens artikel 39 daarvan is het scheidsgerecht bevoegd om, op verzoek van een van beide partijen, uitspraak te doen over specifieke kwesties van feit of wet summier. De EDP volgens het SCC-reglement voorziet niet in een gedetailleerde beoordeling van de feiten van de zaak. In plaats daarvan beoogt de procedure de partijen de gelegenheid te geven om isoleren en aggregeren bepaalde feitelijke of wet en de zaak te beslechten door ze op elk moment van de procedure afzonderlijk aan de scheidsgerechten voor te leggen.
Op 30 oktober 2017 bracht het ICC een practice note uit, waarin werd vastgesteld dat het bestaande artikel 22 in het ICC-reglement inherent betrekking had op de EDP. In de practice note stond dat een EDP-verzoek moet worden ingediend "zo snel mogelijk" en dat het scheidsgerecht met de partijen overleg moet plegen over de passende procedure om over het verzoek te beslissen.
Meer recentelijk is in de regels van de London Court of International Arbitration (LCIA), die op 1 oktober 2020 in werking zijn getreden via artikel 22.1(viii), de EDP opgenomen in de door de LCIA beheerde arbitrages. In tegenstelling tot de SIAC Rules zijn de nieuwe bepalingen in de LCIA Rules van 2020 echter minder gedetailleerd en verlenen zij de arbitragetribunalen alleen de bevoegdheid om elk verzoek te onderzoeken.
De inherente bevoegdheid van het Gerecht om de BTP te gelasten
De nieuwe toevoeging aan de LCIA-regels doet de vraag rijzen of de bepalingen in een van de institutionele regels wel noodzakelijk zijn. De ICC Rules bijvoorbeeld voorzien tot op heden niet uitdrukkelijk in iets in de trant van EDP binnen de institutionele regels. Niettemin erkennen zij de inherente bevoegdheid van het tribunaal om een zaak summier te seponeren in haar practice note van 30 oktober 2017, die ook werd bevestigd door het Engelse High Court in Travis Coal v. Essar Global.4
Hoewel de rechters over de inherente bevoegdheid beschikken om een ongegronde vordering zonder meer af te wijzen, worden deze bevoegdheden in de institutionele regels nader omschreven, omdat de rechters terughoudend zijn om deze uit te oefenen. Deze aarzeling vloeit voort uit de bezwaren die een andere partij in verband met een eerlijk proces kan inbrengen en die op hun beurt de uitvoerbaarheid van de uitspraak zouden beïnvloeden - een feit dat aan de orde werd gesteld in Travis Coal hierboven, maar door het hof verworpen.
Door de bevoegdheden van de rechterlijke instanties om de BTP toe te passen uitdrukkelijk te omschrijven, trachten de instellingen dit probleem van een eerlijk proces uit de weg te ruimen.
Conclusie
Door deze kosten- en tijdskwestie aan te pakken, zal de procedure bij buitensporige rechtszaken veel bijdragen tot het behoud van de doeltreffendheid en relevantie van arbitrage. Aangezien een EDP-uitspraak nog niet naar behoren ten uitvoer is gelegd, valt het effect van deze nieuwe bepaling echter nog af te wachten.
Voetnoten
1 LCIA Rules 2020, art. 22.1(viii).
2 SUMMARY DETERMINATION, Black's Law Dictionary (11e ed. 2019).
3 Regel 29 van het SIAC-reglement bepaalt - de basis voor EDP (regel 29.1), de inhoud van het verzoek (regel 29.2), de door de rechtbank te ondernemen stappen alvorens te beslissen over een EDP-verzoek (regel 29.3), de inhoud van het EDP-besluit en de termijn voor het nemen van een dergelijk besluit (regel 29.4).
4 Docket Number [2014] EWHC 2510 (Comm).
De inhoud van dit artikel is bedoeld als een algemene leidraad voor het onderwerp. Er dient gespecialiseerd advies te worden ingewonnen over uw specifieke omstandigheden.