Talen

Hooggerechtshof spreekt zich uit over internationale jurisdictie in auteursrechtinbreukzaken

Publicaties: mei 30, 2017

Elke betaling die wordt gedaan op grond van artikel 42b, lid 1, van de Wet inzake auteursrecht en naburige rechten wordt beschouwd als een schuld die moet worden voldaan in de plaats waar de schuldeiser is gevestigd. Daarom zijn de rechtbanken van de zetel van de auteursrechtenorganisatie bevoegd voor inbreuken op het auteursrecht via satellietuitzending en voor eventuele wanbetalingen.

In een recente zaak oordeelde het Hooggerechtshof dat de bevoegdheid voor gevallen van onrechtmatige daad op grond van artikel 7, lid 2, van de Verordening Brussel I alleen moet worden uitgelegd op grond van de verordening. Volgens de verordening zijn onrechtmatige daden die de verweerder uiteindelijk tot schadevergoeding verplichten en die geen verband houden met een overeenkomst in de zin van artikel 7, lid 1, van de verordening. Volgens de rechtbank omvat deze bevoegdheid zowel de plaats van de oorspronkelijke handeling als de plaats waar de schade is ontstaan of dreigt te ontstaan. Wanneer handelingen op afstand worden verricht, kan een partij een vordering instellen op de plaats van de onrechtmatige daad of op de plaats van de schade; alleen de plaats waar de onrechtmatige handeling het eerst heeft plaatsgevonden, kan echter als plaats van handeling worden aangewezen.

Volgens artikel 17b(1) van de wet inzake auteursrechten en naburige rechten omvat in het geval van een satellietuitzending het recht van de maker op exploitatie het invoeren van de programmaondersteunende signalen, onder controle en verantwoordelijkheid van het uitzendbedrijf, in een ononderbroken communicatieketen van de satelliet terug naar de aarde. Volgens lid 2 vinden radio-uitzendingen per satelliet dus alleen plaats in het land dat het signaal uitzendt. Hoewel artikel 17b, lid 1, van de wet inzake auteursrechten en naburige rechten moet worden geïnterpreteerd in de zin van de EU-satellietrichtlijn (93/83/EEG), bevat de richtlijn geen procedureclausules, laat staan bepalingen inzake internationale jurisdictie.

Volgens artikel 42b, lid 1, van de wet inzake auteursrechten en naburige rechten creëert de niet-betaling van een vergoeding een vordering op grond van "een onrechtmatige daad of een daarmee gelijk te stellen handeling": de onrechtmatige daad ligt in de niet-nakoming van de betalingsverplichting. De rechtbank oordeelde dus dat de plaats van de vordering uit onrechtmatige daad de plaats is waar de betalingsverplichting moet worden nagekomen. Omdat geldschulden moeten worden voldaan op de plaats waar de schuldeiser is gevestigd(artikel 907a, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek), zijn de binnenlandse rechtbanken van de Oostenrijkse zetel van de incassomaatschappij bevoegd. Dit geldt ook voor vorderingen tot staking en informatie, terwijl de rechtbank van de plaats van uitvoering alleen bevoegd is voor de verliezen die zijn ontstaan in het land van die rechtbank.