Talen

Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen - Vergelijkende gids 2021

Gidsen voor experts: oktober 21, 2021

Wettelijk en juridisch kader

Welke wet- en regelgeving regelt de erkenning en tenuitvoerlegging?

Naast de bilaterale en multilaterale instrumenten die hieronder worden besproken, regelen de Oostenrijkse wet inzake tenuitvoerlegging, het Oostenrijkse wetboek van burgerlijke rechtsvordering en de Oostenrijkse wet inzake rechterlijke bevoegdheid de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen. In het geval van een conflict tussen wettelijke bepalingen en toepasselijke verdragsbepalingen, hebben deze laatste voorrang. Hoewel Oostenrijkse jurisprudentie niet bindend is, wordt er wel zorgvuldig rekening mee gehouden.

Naast de bilaterale en multilaterale instrumenten die in vraag 1.2 zijn besproken, regelen de wet op de tenuitvoerlegging, het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en de wet op de rechtsmacht de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen. In het geval van een conflict tussen wettelijke bepalingen en toepasselijke verdragsbepalingen, hebben deze laatste voorrang. Hoewel Oostenrijkse jurisprudentie niet bindend is, wordt er wel zorgvuldig rekening mee gehouden.

Welke bilaterale en multilaterale instrumenten over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen zijn van kracht in uw rechtsgebied?

Oostenrijk heeft veel bilaterale en multilaterale instrumenten ondertekend. Het belangrijkste instrument in dit verband is EU-verordening 1215/2012 van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) ("Brussel I bis-verordening"). De Verordening Brussel I bis bevat uniforme regels om het vrije verkeer van beslissingen in de Europese Unie te vergemakkelijken en is van toepassing op gerechtelijke procedures die zijn ingesteld op of na 10 januari 2015. De Brussel I bis-verordening vervangt EU-verordening 1215/2012 van 22 december 2000 (de Brussel I-verordening; samen met de Brussel I bis-verordening "de Brusselse regeling"), die van toepassing blijft op alle gerechtelijke procedures die vóór 10 januari 2015 zijn ingesteld.

Andere instrumenten met betrekking tot de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen, zowel tussen EU-lidstaten als niet-EU-lidstaten, worden in de onderstaande tabel weergegeven.

InstrumentDoelBevoegdheid
Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 (Brussel II bis)Bevoegdheid en erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheidEU
Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004Europees executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingenEU
Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006Europees betalingsbevelEU
Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007Europese procedure voor geringe vorderingenEU
Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008Bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen, en samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingenEU
Verordening (EU) nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014Instelling van de Europese procedure voor conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijkenEU
Verordening (EU) nr. 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015InsolventieproceduresEU
Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016Nauwere samenwerking op het gebied van rechterlijke bevoegdheid, toepasselijk recht, kennisneming en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappenEU
Het Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken van 30 oktober 2007Vergemakkelijkt de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen van nationale rechtbanken van EU-lidstaten en andere verdragsluitende staten.EU en IJsland, Noorwegen en Zwitserland
Verdrag van 23 juni 1977 betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen en openbare akten in burgerlijke en handelszakenBevoegdheid en erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingenBilateraal (Oostenrijk en Tunesië)
Verdrag van 5 juli 1973 inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, scheidsrechterlijke uitspraken, schikkingen en openbare aktenBevoegdheid en erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingenBilateraal (Oostenrijk en Liechtenstein)
Verdrag van 6 juni 1966 betreffende de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen in burgerlijke en handelszakenBevoegdheid en erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingenBilateraal (Oostenrijk en Israël)
Verdrag van New York van 10 juni 1958 over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitsprakenErkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitsprakenMultilateraal (alle ondertekenaars van het verdrag)

Welke rechtbanken zijn bevoegd om kennis te nemen van verzoeken om erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen?

Volgens de wet op de tenuitvoerlegging is de bevoegde rechtbank voor de verklaring van uitvoerbaarheid over het algemeen de rechtbank van de woonplaats van de tegenpartij. Zodra de verklaring van uitvoerbaarheid is verkregen en van kracht is, kan de buitenlandse beslissing ten uitvoer worden gelegd. Het gerecht voor de verklaring van uitvoerbaarheid en het gerecht voor de vordering tot tenuitvoerlegging kunnen verschillend zijn. Het bevoegde gerecht voor het verzoek om tenuitvoerlegging van een geldelijke vordering op roerende zaken is:

  • de rechtbank van de algemene bevoegde rechtbank van de schuldenaar;
  • de arrondissementsrechtbank waar de roerende goederen zich bevinden, indien de schuldenaar geen algemene bevoegde rechtbank heeft; of
  • indien de schuldenaar zijn algemene bevoegde rechtbank bij meerdere binnenlandse arrondissementsrechtbanken heeft, de keuze van de schuldeiser voor een van deze arrondissementsrechtbanken.

De locatie van geldvorderingen wordt bepaald door de algemene bevoegde rechtbank van de e derde schuldenaar.

De bevoegde rechtbank voor de vordering tot tenuitvoerlegging van een geldvordering op onroerend goed is:

  • de arrondissementsrechtbank die het openbaar register bijhoudt; of
  • indien de tenuitvoerlegging wordt uitgevoerd op een superakte, de rechtbank waar de superakte zich bevindt.

Vereisten voor uitvoerbaarheid

Welke soorten beslissingen kunnen in uw rechtsgebied worden erkend en ten uitvoer gelegd? Zijn er soorten beslissingen die specifiek zijn uitgesloten van tenuitvoerlegging?

De basisvereisten voor uitvoerbaarheid zijn als volgt:

  • De uitspraak is uitvoerbaar in de staat waar de uitspraak is gedaan; en
  • Een internationaal verdrag of nationale regelgeving voorziet uitdrukkelijk in wederkerigheid tussen Oostenrijk en de staat van uitspraak wat betreft de erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen.

Daarnaast gelden de volgende vereisten:

  • De staat van herkomst moet internationale jurisdictie hebben gehad volgens (hypothetisch toepasselijk) Oostenrijks recht;
  • Het stuk dat het geding inleidt moet naar behoren zijn betekend aan de verweerder; en
  • De beslissing moet geschikt zijn voor tenuitvoerlegging in de staat van herkomst.

Er zijn geen andere gronden waarop een verklaring van uitvoerbaarheid kan worden geweigerd op grond van artikel 408 van de Tenuitvoerleggingswet of andere internationale rechtshandelingen die daarvoor in de plaats komen.
In het algemeen zijn alle beslissingen van een buitenlandse rechtbank uitvoerbaar in Oostenrijk. Het is van essentieel belang dat de buitenlandse beslissing in het land van oorsprong een executoriale titel vormt en in dat land uitvoerbaar is. Artikel 403 van de wet inzake tenuitvoerlegging bepaalt dat buitenlandse rechtshandelingen en/of akten in Oostenrijk ten uitvoer worden gelegd nadat ze uitvoerbaar zijn verklaard. De term "rechtshandelingen en/of akten" moet worden geïnterpreteerd als elke uitspraak van een rechtbank of tribunaal, zolang de executoriale titel uitvoerbaar is in de staat van uitgifte van de uitspraak.

Buitenlandse beslissingen die een maatregel of bevel bevatten waarin het Oostenrijkse rechtsstelsel niet voorziet, worden op verzoek of ambtshalve aangepast aan een maatregel of bevel waarin het Oostenrijkse rechtsstelsel voorziet en die vergelijkbare gevolgen heeft en vergelijkbare doelstellingen en belangen nastreeft. De aanpassing mag niet leiden tot gevolgen die verder gaan dan die waarin het recht van de staat van herkomst voorziet.
Bij de beoordeling of corrigerende maatregelen in Oostenrijk uitvoerbaar zijn, moet rekening worden gehouden met de Oostenrijkse openbare orde, aangezien alleen die maatregelen uitvoerbaar zijn die de grondbeginselen van het Oostenrijkse recht niet schenden.

Moet een buitenlands vonnis definitief en bindend zijn voordat het ten uitvoer kan worden gelegd?

In het algemeen hoeft een buitenlands vonnis niet definitief en juridisch bindend te zijn volgens de wetten van het land waar het is uitgesproken. Zolang de beslissing uitvoerbaar is in het land van herkomst, kan ze uitvoerbaar worden verklaard in Oostenrijk.

Een Oostenrijkse rechtbank kan verlof tot tenuitvoerlegging en toestemming tot tenuitvoerlegging verlenen, ongeacht of de uitvoerbare titel in kwestie onderworpen is aan een beroepsprocedure in het rechtsgebied van oorsprong.

Is een buitenlandse beslissing uitvoerbaar als er in de buitenlandse jurisdictie beroep tegen kan worden ingesteld?

Krachtens § 406 van de wet betreffende de tenuitvoerlegging kan de buitenlandse executoriale titel ten uitvoer worden gelegd, zelfs als er nog hoger beroep tegen is ingesteld, maar deze is uitvoerbaar in de staat waar het vonnis is gewezen. De rechtskracht is niet vereist.

Als er beroep wordt aangetekend tegen een beslissing om een verklaring van uitvoerbaarheid te verlenen, kan het hof van beroep de procedure opschorten totdat de buitenlandse beslissing definitief en bindend is geworden.

Wat is de verjaringstermijn voor het indienen van een verzoek om erkenning en tenuitvoerlegging?

Verjaringstermijnen variëren afhankelijk van de vordering in kwestie en het recht dat van toepassing is op de vordering. Volgens het Oostenrijkse recht kan een vonnis binnen 30 dagen na de inwerkingtreding ervan ten uitvoer worden gelegd. De verjaringstermijn begint te lopen op de datum waarop het vonnis juridisch bindend wordt.

In het geval van een definitieve beslissing van een buitenlandse rechtbank maakt de Oostenrijkse wet onderscheid tussen twee scenario's. Als de buitenlandse beslissing uitvoerbaar is, kan de verjaringstermijn worden verlengd:

  • Als de buitenlandse beslissing uitvoerbaar is in Oostenrijk, moet de verjaring worden beoordeeld volgens de wet die van toepassing is op de vordering die in de beslissing is toegewezen. In dit geval kunnen de Oostenrijkse rechtbanken de verklaring van uitvoerbaarheid verwerpen als het recht om de beslissing ten uitvoer te leggen volgens het toepasselijke buitenlandse recht al is verjaard.
  • Als de buitenlandse beslissing niet uitvoerbaar is in Oostenrijk, onderbreekt een dergelijke onherroepelijke beslissing enkel de verjaring volgens het recht dat van toepassing is op de vordering die in de beslissing is toegewezen en doet de verjaringstermijn opnieuw beginnen te lopen.

Proces van erkenning en tenuitvoerlegging

Is de erkenning van een buitenlands vonnis een proces dat losstaat van de tenuitvoerlegging en heeft het afzonderlijke rechtsgevolgen?

De tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in Oostenrijk is afhankelijk van de aanvraag en afgifte van een verklaring van uitvoerbaarheid. Zodra de verklaring van kracht is, kan het vonnis ten uitvoer worden gelegd. Het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid en het verzoek om tenuitvoerlegging kunnen echter tegelijkertijd worden ingediend.

Aan de andere kant wordt onder het Brusselse regime een in een EU-lidstaat gegeven beslissing in andere lidstaten erkend zonder aparte erkenningsprocedure. Bovendien zal een in een EU-lidstaat gegeven en in die lidstaat uitvoerbare beslissing ook in alle andere lidstaten uitvoerbaar zijn zonder uitvoerbaarverklaring. De schuldeiser hoeft alleen het volgende te verstrekken

  • een kopie van de beslissing; en
  • een certificaat waarin staat dat de beslissing uitvoerbaar is.

Wat is de formele procedure voor erkenning en tenuitvoerlegging?

De tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in Oostenrijk is afhankelijk van de aanvraag en afgifte van een verklaring van uitvoerbaarheid. Zodra de verklaring van kracht is, kan het vonnis ten uitvoer worden gelegd. Het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid en het verzoek om tenuitvoerlegging kunnen echter tegelijkertijd worden ingediend.

Aan de andere kant wordt onder het Brusselse regime een in een EU-lidstaat gegeven beslissing in andere lidstaten erkend zonder aparte erkenningsprocedure. Bovendien zal een in een EU-lidstaat gegeven en in die lidstaat uitvoerbare beslissing ook in alle andere lidstaten uitvoerbaar zijn zonder uitvoerbaarverklaring. De schuldeiser hoeft alleen het volgende te verstrekken

  • een kopie van de beslissing; en
  • een certificaat waarin staat dat de beslissing uitvoerbaar is.

Welke documenten zijn nodig ter ondersteuning van een verzoek om erkenning en tenuitvoerlegging?

De partij moet het originele buitenlandse vonnis overleggen of een kopie die is afgegeven door dezelfde autoriteit die het buitenlandse vonnis heeft gewezen. Het origineel of het afschrift moet, indien nodig, vergezeld gaan van een volledige gewaarmerkte vertaling van de beslissing.

Op grond van de Brussel I bis-verordening kan een gerecht of tenuitvoerleggingsinstantie een vertaling of transliteratie van het door het gerecht van herkomst afgegeven standaardformulier voor een certificaat verlangen, indien nodig, of van de volledige beslissing indien zij zonder een dergelijke vertaling niet verder kan.

Welke kosten zijn verschuldigd voor erkenning en tenuitvoerlegging?

Een verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid brengt geen kosten met zich mee. Een verzoek om tenuitvoerlegging brengt echter wel gerechtskosten met zich mee, afhankelijk van het bedrag waarvoor de tenuitvoerlegging wordt gevraagd. Deze griffierechten moeten worden betaald volgens de wet inzake griffierechten, die ook van toepassing is op de tenuitvoerlegging van binnenlandse vonnissen.

Moet de verzoeker zekerheid stellen voor de kosten?

Nee, de verzoeker om erkenning en tenuitvoerlegging hoeft in het algemeen geen zekerheid te stellen voor de kosten. Wanneer er echter een verzoek is om de procedure op te schorten, kan de rechtbank, indien de opschorting van de tenuitvoerleggingsprocedure de voldoening van de vordering van de tenuitvoerleggende schuldeiser in gevaar zou kunnen brengen, van de verzoeker een passende zekerheidstelling verlangen.

Hoe lang duurt het meestal om een verklaring van uitvoerbaarheid te verkrijgen?

Het duurt ongeveer één tot twee maanden voordat in eerste aanleg een beslissing wordt gegeven over erkenning en tenuitvoerlegging. Deze periode kan met nog eens maximaal zes maanden worden verlengd als tegen de beslissing hoger beroep wordt ingesteld.

Kan de verzoeker tijdens de procedure een voorlopige voorziening vragen?

De partijen in de procedure kunnen binnen vier weken een rechtsmiddel instellen tegen de beslissing tot verlening van de uitvoerbaarverklaring. Dit beroep is echter geen grond om de tenuitvoerleggingsprocedure op te schorten. Als de tegenpartij hoger beroep heeft ingesteld tegen het dwangbevel, kan zij om opschorting van de procedure vragen in overeenstemming met de Tenuitvoerleggingswet.

Indien het dwangbevel in het land van oorsprong wordt gewijzigd of opgeschort nadat de verklaring van uitvoerbaarheid rechtsgeldig is geworden, kan de wederpartij de opschorting of wijziging van de verklaring van uitvoerbaarheid vragen.

Als de tenuitvoerlegging al is goedgekeurd voordat een definitieve verklaring van uitvoerbaarheid is afgegeven, moet de tenuitvoerleggingsprocedure worden gestart; maar eventuele tenuitvoerleggingshandelingen worden pas gestart nadat de verklaring van uitvoerbaarheid definitief en rechtsgeldig is geworden.

Verweermiddelen

Op welke gronden kan de verweerder de erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlandse beslissing aanvechten?

Een schuldenaar kan een beroep doen op elk van de algemene vereisten voor de afgifte van een verklaring van uitvoerbaarheid waaraan niet is voldaan.

Er zijn verschillende andere gronden voor weigering van een verklaring van uitvoerbaarheid:

  • Het was voor de verweerder niet mogelijk om deel te nemen aan de procedure die plaatsvindt voor het buitenlandse gerecht of de buitenlandse autoriteit vanwege een onregelmatigheid in de procedure;
  • De verklaring van uitvoerbaarheid is bedoeld om een handeling af te dwingen die volgens het recht van het eigen land ofwel geheel onrechtmatig ofwel niet uitvoerbaar is; of
  • De beslissing is in strijd met de Oostenrijkse openbare orde.

Een buitenlandse beslissing kan niet inhoudelijk worden getoetst.

Wat geldelijke belangen betreft, zijn de bovengenoemde weigeringsgronden grotendeels achterhaald door het EU-recht of intergouvernementele overeenkomsten. Onder de Brusselse regeling, wanneer de beslissing is gegeven door een andere EU-lidstaat, worden erkenning en tenuitvoerlegging geweigerd indien

  • dit in strijd zou zijn met de Oostenrijkse openbare orde;
  • het stuk dat het geding inleidt niet aan de verweerder is betekend of meegedeeld volgens een behoorlijke betekeningsprocedure;
  • de erkenning of tenuitvoerlegging onverenigbaar is met een eerdere beslissing die in een andere staat is gegeven met betrekking tot dezelfde partijen en op dezelfde oorzaak; of
  • de erkenning of tenuitvoerlegging onverenigbaar is met een in Oostenrijk gewezen vonnis waarbij dezelfde partijen betrokken zijn.

Wat is de verjaringstermijn voor het indienen van een bezwaarschrift?

Er is geen verjaringstermijn. Vorderingen die voortvloeien uit een vonnis verjaren echter 30 jaar na de datum waarop het vonnis definitief en bindend werd. Periodieke vorderingen verjaren na drie jaar.

Kan de gedaagde een voorlopige voorziening vragen om de tenuitvoerlegging te voorkomen terwijl een rechtsmiddel aanhangig is?

De partijen in de tenuitvoerleggingsprocedure kunnen verzoeken om opschorting van de tenuitvoerleggingsprocedure. De Tenuitvoerleggingswet staat bepaalde gronden toe voor een dergelijke opschorting van de procedure, waaronder:

  • een verzoek tot vernietiging van de beslissing; of
  • een verzoek tot opschorting of wijziging van de uitvoerbaarverklaring.

Indien de schorsing van de tenuitvoerleggingsprocedure de voldoening van de vordering van de tenuitvoerleggende schuldeiser in gevaar zou kunnen brengen, kan de rechtbank van de verzoeker een passende waarborgsom eisen.

Analyse en beslissing van de rechtbank

Zal de rechtbank de betekening of kennisgeving in de oorspronkelijke procedure controleren?

Ja. Zowel volgens de Oostenrijkse wet als volgens de Verordening Brussel I bis kan een verklaring van uitvoerbaarheid van een buitenlandse beslissing worden geweigerd indien het stuk dat het geding inleidt niet tijdig aan de verweerder is betekend of meegedeeld om hem in staat te stellen zich naar behoren te verdedigen. Dit bezwaar kan worden verholpen indien de verweerder heeft deelgenomen aan latere procedures. Ook kan volgens de Oostenrijkse jurisprudentie, wanneer het stuk in een vreemde taal is betekend aan een Oostenrijkse geadresseerde, het stuk worden geweigerd indien er geen Duitse vertaling is verstrekt. Als de verweerder het document echter kon begrijpen, wordt dit bezwaar genegeerd.

Toetst de rechtbank de bevoegdheid van de buitenlandse rechtbank in de eerste procedure?

De Oostenrijkse rechtbanken zullen bepalen of, overeenkomstig de Oostenrijkse bevoegdheidsregels, de buitenlandse rechtbank internationale bevoegdheid had over de rechtszaak. Een exceptie van onbevoegdheid kan worden opgeworpen wanneer de verstekvonnis is uitgesproken door een rechtbank die niet bevoegd was voor de zaak en waaraan de verweerder zich nooit heeft onderworpen.

Onder de Brusselse regeling wordt de bevoegdheid van de rechterlijke instantie van oorsprong echter niet getoetst door de tenuitvoerleggende rechterlijke instantie. Bovendien bepaalt de Brussel Ibis-verordening dat de openbare orde niet mag worden getoetst aan de bevoegdheidsregels.

Zal de rechtbank de buitenlandse beslissing toetsen op overeenstemming met het toepasselijke recht en de openbare orde?

Over het algemeen zullen de Oostenrijkse rechtbanken buitenlandse beslissingen toetsen op overeenstemming met de Oostenrijkse openbare orde. De verklaring van uitvoerbaarheid kan echter alleen worden geweigerd op grond van een schending van fundamentele beginselen van het Oostenrijks recht, zoals de grondwet of het strafrecht.

Zal de rechtbank de buitenlandse beslissing op haar merites beoordelen?

In geen geval kan een buitenlandse beslissing ten gronde worden getoetst.

Hoe zal de rechtbank te werk gaan als de buitenlandse beslissing in strijd is met een eerdere beslissing met betrekking tot hetzelfde geschil tussen dezelfde partijen?

De Oostenrijkse rechtbanken kunnen weigeren een verklaring van uitvoerbaarheid af te geven als de buitenlandse beslissing in strijd is met andere onherroepelijke beslissingen waarbij dezelfde partijen betrokken zijn. Onder de Brusselse regeling kan een rechter de erkenning en tenuitvoerlegging weigeren als

  • de beslissing onverenigbaar is met een beslissing tussen dezelfde partijen in de aangezochte lidstaat; of
  • de beslissing onverenigbaar is met een eerdere beslissing tussen dezelfde partijen in een andere lidstaat of een derde staat met betrekking tot dezelfde oorzaak, mits de eerdere beslissing voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in de aangezochte lidstaat.

Zijn er nog andere gronden waarop de rechter de erkenning en tenuitvoerlegging van de buitenlandse beslissing kan weigeren?

Naast de hierboven vermelde algemene vereisten voor uitvoerbaarheid en het herzieningsproces, kan de verklaring van uitvoerbaarheid worden geweigerd indien

  • het recht om te worden gehoord is geschonden;
  • de beslissing niet-ontvankelijk is volgens het Oostenrijkse recht;
  • de beslissing in strijd is met de Oostenrijkse openbare orde; of
  • de beslissing onverenigbaar is met eerdere beslissingen tussen dezelfde partijen over dezelfde zaak.

Is gedeeltelijke erkenning en tenuitvoerlegging mogelijk?

Ja - bijvoorbeeld wanneer delen van het vonnis in strijd zouden zijn met de Oostenrijkse openbare orde, maar andere delen voldoen aan de vereisten voor uitvoerbaarheid. Scheiding is echter alleen mogelijk als het ontvankelijke deel duidelijk en onderscheiden is van het niet-ontvankelijke deel.

Hoe gaat de rechtbank om met kostenkwesties (bijv. rente, gerechtskosten, valutakwesties)?

Bij de beslissing over uitvoerbaarheid zullen de rechtbanken rekening houden met advocatenhonoraria, gerechtskosten en renteclaims. Verder wordt de schadevergoeding niet omgezet in de lokale munteenheid. Wanneer de rechtshandelingen echter worden verricht, moet de schadevergoeding worden omgezet in lokale valuta.

Rentetarieven die in strijd zijn met de Oostenrijkse openbare orde zullen als niet-afdwingbaar worden beschouwd.

Beroep

Kan er beroep worden aangetekend tegen beslissingen met betrekking tot de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen?

Tegen de beslissing over de verklaring van uitvoerbaarheid kan binnen vier weken na de uitspraak beroep worden aangetekend. Deze termijn kan worden verlengd tot acht weken indien de partij haar gewone verblijfplaats niet in Oostenrijk heeft en het beroep de eerste mogelijkheid van de partij is om deel te nemen aan de procedure. Wanneer de partij een beroep indient, heeft de tegenpartij vier weken vanaf het moment van betekening van het beroep om een antwoord in te dienen.

De schuldenaar moet alle gronden voor verwerping van het verzoek om erkenning of uitvoerbaarverklaring gelijktijdig in het beroepschrift aanvoeren, en mag deze gronden niet in een later stadium van de procedure aanvoeren.

Voor een tweede beroep bij het Oostenrijkse Hooggerechtshof tegen de beslissing van het hof van beroep is vereist dat de vraag die door het Hooggerechtshof moet worden beantwoord, een kwestie van materieel of formeel recht betreft waarvan de vaststelling essentieel wordt geacht voor de rechtszekerheid en de rechtszekerheid of voor de verdere ontwikkeling van het recht. Bovendien is de ontvankelijkheid van een tweede beroep afhankelijk van het bedrag van het geschil, dat meer dan € 5.000 moet bedragen.

Kan de verzoeker een voorlopige voorziening vragen terwijl het beroep hangende is?

Zie in detail het antwoord op de vraag "Kan de verzoeker een voorlopige voorziening vragen terwijl het proces loopt?" hierboven.

De buitenlandse beslissing ten uitvoer leggen

Hoe kan de buitenlandse beslissing ten uitvoer worden gelegd nadat een verklaring van uitvoerbaarheid is verleend?

Zodra een buitenlands vonnis uitvoerbaar is verklaard, volgt de tenuitvoerlegging dezelfde regels als voor een binnenlands vonnis. De tenuitvoerlegging van vonnissen wordt geregeld door de wet op de tenuitvoerlegging. Het Oostenrijkse tenuitvoerleggingsrecht voorziet in verschillende soorten tenuitvoerlegging. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de ten uitvoer te leggen titel gericht op een geldvordering of op een vordering tot specifieke nakoming, en tegen welke goederen de tenuitvoerlegging moet plaatsvinden. Over het algemeen zijn de gebruikelijke tenuitvoerleggingsmethoden

  • inbeslagname van eigendom;
  • beslag en overdracht van vorderingen
  • verplichte leasing; en
  • gerechtelijke actie.

Met betrekking tot onroerend goed zijn er drie soorten tenuitvoerleggingsmaatregelen beschikbaar:

  • verplichte hypotheek;
  • gedwongen bewindvoering, met als doel inkomsten te genereren om de vordering te voldoen; en
  • verplichte verkoop van een onroerend goed.

Met betrekking tot roerende goederen maakt de Oostenrijkse wet onderscheid tussen:

  • beslag op vorderingen;
  • beslag op materiële en roerende zaken
  • beslag op leveringsvorderingen op derde schuldenaars; en
  • beslag op andere eigendomsrechten.

De Oostenrijkse wet staat niet toe dat beslag wordt gelegd op specifieke vorderingen, zoals verzorgingstoelage, huursubsidie, gezinstoelage of studiebeurzen.

De tenuitvoerleggingsrechtbank kan ook specifieke prestaties bevelen.

Tot voor kort moest de schuldeiser op grond van het "specificiteitsprincipe" precies aangeven welke goederen van de schuldenaar in beslag moesten worden genomen en te gelde moesten worden gemaakt. Op 1 juli 2021 zijn echter hervormingen van de Tenuitvoerleggingswet in werking getreden, waardoor de tenuitvoerleggingsprocedure op talrijke punten is gewijzigd. In het bijzonder werden "tenuitvoerleggingspakketten" ingevoerd om de tenuitvoerleggingsprocedure voor roerende goederen efficiënter te maken. Schuldeisers kunnen nu gebruikmaken van twee tenuitvoerleggingspakketten:

  • Eenvoudige tenuitvoerlegging: Indien de schuldeiser de tenuitvoerlegging vraagt zonder een uitvoeringsmiddel te noemen, omvat dit nu automatisch de tenuitvoerlegging op roerende goederen, de tenuitvoerlegging op loon en de opstelling van een lijst van goederen ('eenvoudig tenuitvoerleggingspakket'). Dit is bedoeld als een 'instapoplossing' en is in de eerste plaats bedoeld voor schuldeisers die vorderingen hebben op natuurlijke personen.
  • Uitgebreide tenuitvoerlegging: Als de schuldeiser het uitgebreide tenuitvoerleggingspakket aanvraagt, omvat dit in principe alle soorten tenuitvoerlegging op vorderingen en tenuitvoerlegging op roerende activa, evenals de registratie van een lijst van activa. Daarnaast wordt een bewindvoerder aangesteld om de beslagbare activa van de schuldenaar vast te stellen. De schuldenaar is verplicht om mee te werken en moet alle noodzakelijke documenten overleggen en inzage geven in de boeken.

De herziene Tenuitvoerleggingswet creëert de positie van de tenuitvoerleggingsbeheerder, die grotendeels de taken van de deurwaarder en gedeeltelijk die van de rechtbank overneemt. De tenuitvoerleggingsbeheerder is voornamelijk verantwoordelijk voor de identificatie, selectie, inbeslagneming en realisatie van tenuitvoerleggingsobjecten.

De tenuitvoerlegging op onroerende goederen valt niet onder de tenuitvoerleggingspakketten.

Kan de buitenlandse beslissing ten uitvoer worden gelegd tegen derden?

Een buitenlands vonnis kan alleen ten uitvoer worden gelegd tegen de partij die in het buitenlands vonnis als schuldenaar wordt genoemd. De beginselen van lastgeving en alter ego om een vonnis ten uitvoer te leggen tegen een partij die niet in het vonnis wordt genoemd, zijn niet van toepassing in Oostenrijk.

Trends en voorspellingen

Hoe zou u het huidige tenuitvoerleggingslandschap en de heersende trends in uw rechtsgebied beschrijven? Worden er nieuwe ontwikkelingen verwacht in de komende 12 maanden, inclusief voorgestelde wetgevende hervormingen?

Op 1 januari 2019 zijn wijzigingen van de wet inzake handhaving van kracht geworden. Deze wijzigingen geven nu toegang tot gegevens over lopende handhavingsprocedures. Advocaten en notarissen hebben toegang tot informatie over:

  • de tenuitvoerleggingsrechtbank;
  • het zaaknummer; en
  • het bedrag van de schuld die het voorwerp uitmaakt van de tenuitvoerleggingsprocedure.

De database is online beschikbaar en is bedoeld om potentiële eisers te helpen bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van hun potentiële respondenten voordat ze een gerechtelijke of arbitrageprocedure starten.

Een andere recente ontwikkeling is een beslissing van het Oostenrijkse Hooggerechtshof van 11 juni 2018, waarin wordt bevestigd dat de kracht van gewijsde van een buitenlands vonnis van toepassing is op alle fasen van procedures die in Oostenrijk worden gevoerd. Deze beslissing is vooral belangrijk omdat ze verduidelijkt dat de kracht van gewijsde ook geldt voor hangende beroepsprocedures. Het Oostenrijkse Hooggerechtshof benadrukte dat dit geldt voor beide kwesties met betrekking tot kracht van gewijsde - namelijk de exclusiviteit (ne bis in idem) en de bindende werking (Bindungswirkung) van buitenlandse vonnissen. Bovendien heeft het Oostenrijkse Hooggerechtshof verduidelijkt dat het verbod op novatie in hoger beroep alleen van toepassing is op nieuwe feiten en nieuw bewijs, en dus niet uitsluit dat de appelrechter het gezag van gewijsde van een nieuwe buitenlandse beslissing in overweging neemt.

Op 1 juli 2021 is de herziene Tenuitvoerleggingswet in werking getreden, die belangrijke wijzigingen met zich meebracht voor tenuitvoerleggingsprocedures in Oostenrijk. In tenuitvoerleggingsprocedures voor de inning van geldvorderingen op roerende goederen is de bevoegdheid geconsolideerd bij de arrondissementsrechtbank van de algemene bevoegde rechtbank van de schuldenaar of, indien de schuldenaar geen algemene bevoegde rechtbank heeft, de arrondissementsrechtbank in wiens arrondissement de in beslag te nemen roerende goederen zich bevinden (zie in detail het antwoord op de vraag "Welke rechtbanken zijn bevoegd om kennis te nemen van verzoeken om erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen?" hieronder). Er zijn ook herzieningen met betrekking tot het raakvlak tussen de tenuitvoerlegging en het insolventierecht: indien tijdens de vaststelling van het vermogen blijkt dat de schuldenaar kennelijk insolvent is, zal de tenuitvoerleggende instantie of de bewindvoerder de tenuitvoerlegging onmiddellijk stopzetten en kan de tenuitvoerleggingsrechtbank vervolgens de insolventie vaststellen door middel van een beschikking. Het meest opmerkelijk is echter de invoering van de tenuitvoerleggingspakketten, die de tenuitvoerlegging op roerende goederen voor de inning van geldvorderingen aanzienlijk zouden moeten vergemakkelijken (zie in detail het antwoord op de vraag "Hoe kan de buitenlandse beslissing ten uitvoer worden gelegd nadat een verklaring van uitvoerbaarheid is verleend?)

Wat de tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen betreft, zou een vrij recente beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) enige invloed kunnen hebben. Op 6 maart 2018 oordeelde het HvJEU in de zaak Slowakije/Achmea BV over de verenigbaarheid van een geschillenbeslechtingsbepaling in artikel 8 van het bilaterale investeringsverdrag tussen Nederland en Slowakije met het EU-recht. Het HvJEU concludeerde dat de artikelen 267 en 344 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aldus moeten worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan artikel 8 van het BIT tussen Nederland en Slowakije, op grond waarvan investeringsgeschillen onder dat intra-EU-BIT door middel van arbitrage kunnen worden beslecht. Het HvJEU lijkt zijn beslissing te hebben gebaseerd op zijn opvatting dat de geschillenbeslechtingsbepaling in het BIT een tribunaal kan verplichten om EU-recht uit te leggen of toe te passen. Dit is in strijd met artikel 267 VWEU, omdat een scheidsgerecht, anders dan een rechterlijke instantie van een lidstaat, vragen over EU-recht niet aan het HvJEU kan voorleggen.

In het geval van verdere beslissingen die volgen op de beslissing in Achmea, kunnen procedureregels van invloed zijn op de mate waarin het tribunaal zich houdt aan de beslissingen van het HvJEU. Uitspraken van het Internationaal Centrum voor de beslechting van investeringsgeschillen (ICSID) zijn niet onderworpen aan toetsing door nationale rechtbanken, maar uitspraken van niet-ICSID-tribunalen wel. Bijgevolg zouden niet-ICSID-tribunalen in EU-rechtsgebieden meer geneigd kunnen zijn om de toepassing van EU-recht - inclusief uitspraken van het HvJEU - in overweging te nemen als het tribunaal zichzelf verplicht acht om een uitspraak te doen die in lijn is met de openbare orde van de plaats van arbitrage. Maar zelfs als eisers geconfronteerd worden met de ongunstige houding van de Europese Unie ten opzichte van beloningen in investeringsverdragen binnen de EU, zouden ze kunnen proberen om hun vonnis buiten de Europese Unie ten uitvoer te leggen of kunnen ze overwegen om het vonnis met korting te verkopen aan derden, zoals investeringsfondsen, om het risico van tenuitvoerlegging te vermijden.

Tips en valkuilen

Wat zijn uw beste tips voor een soepele erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen en welke mogelijke knelpunten zou u benadrukken?

Erkenning en tenuitvoerlegging kunnen alleen tot betaling leiden als de schuldenaar activa van voldoende waarde bezit. Publiek beschikbare informatie over deze kwestie is schaars en niet direct beschikbaar. Zodra een buitenlandse executoriale titel echter uitvoerbaar is geworden in Oostenrijk, heeft de advocaat die de schuldeiser vertegenwoordigt het recht om informatie op te vragen over de vraag of de schuldenaar voldoende activa bezit - bijvoorbeeld bij kredietbureaus. Ook, en in het licht van de wijzigingen in de Tenuitvoerleggingswet (zie in detail het antwoord op de vraag "Hoe zou u het huidige tenuitvoerleggingslandschap en de heersende trends in uw rechtsgebied beschrijven? Worden er nieuwe ontwikkelingen verwacht in de komende 12 maanden, inclusief voorgestelde wetshervormingen?" hierboven), is het raadzaam om na te gaan of er handhavingsprocedures lopen tegen een schuldenaar of mogelijke respondent.